HAUTRAGE
Hautrage, provincie Henegouwen
Puits N° 1 de la SA des Charbonnages du Hainaut.
Deze mijn, ook wel Puits Elisabeth genoemd behoorde tot de SA Charbonnages du Hainaut (opgericht op 24 juni 1907). Vanaf 1907 werden de schachten gegraven tot een diepte van 742 meter. De mijn kwam in productie in 1914. Er waren tot maximaal 1470 werknemers in dienst. Naast de mijn bevond zich ook een kleine centrale maar deze sloot in 1950 na een explosie van een turbine. De mijn sloot op 18 juli 1959.
Enkele gebouwen waaronder de badzaal (zie foto) bleven bewaard. De terril (destijds 75 meter hoog) werd afgegraven.
De Charbonnages du Hainaut hadden nog twee andere koolmijnen. Espérance in Quaregnon (Douvrain) sloot in 1966 en Tertre in 1971. Voordien had een fusie plaats met de maatschappij Grand-Hornu (25 september 1951) en op 29 december 1959 werden de overgebleven mijnen in de Borinage (met uitzondering van Hensies-Pommeroeul) samengevoegd tot de SA des Charbonnages du Borinage.
Uit 1950 stamt een gezegde : "A Tertre le labeur, à l'Espérance le malheur, à Hautrage l'honneur"
zie ook :